
OVAL organiseert deze week de Week van de Werkstress. Het doel van deze week is om zowel de werkgever als de werknemer bewust te maken van de eigen verantwoordelijkheid en de mogelijkheden om met mentale kracht aan de slag te gaan. Het thema voor dit jaar is dan ook ‘Mentaal Sterk!’.
Het aantal werknemers met stress en burn-outklachten stijgt fors, dat blijkt onder andere uit een uitgebracht rapport van TNO.[1] In 2020 hadden in totaal 1,3 miljoen werknemers last van stress en burn-outklachten. 37% van de werknemers geeft aan dat deze klachten de reden zijn voor verzuim.[2]
Sylvia Lemkowitz, psycholoog bij OCA-kliniek Breda vertelt aan de hand van ervaringen uit de praktijk hoe werkstress ontstaat, hoe een traject bij OCA eruit ziet en welke handvatten er zijn om als werknemer mentaal weerbaarder te worden op de werkvloer. Hoe zeg je bijvoorbeeld ‘nee’ tegen die ene collega?
Vol in het leven
Sascha is een 41-jarige vrouw met twee dochters onder de 10 jaar. Tot twee jaar geleden staat ze vol in het leven met haar kinderen en haar baan als adjunct-directeur op een middelbare school. Hier is zij 24 uur per week werkzaam. Ze ervaart terugkijkend sinds ruim twee jaar klachten door werkdruk. De klachten zijn begonnen met toenemende prikkelbaarheid, concentratieproblemen en wat vermoeidheid. Sascha gaat het privé wat rustiger aan doen, in de hoop dat ze binnen haar werk kan blijven functioneren.
Van kwaad tot erger
De klachten worden toch langzaam ernstiger, het kost Sascha steeds meer energie om haar taken uit te voeren. Ze heeft sinds een half jaar last van hoofdpijn die niet over gaat (chronisch), slaapproblemen, een opgejaagd gevoel, forse prikkelbaarheid, ernstige concentratieproblemen, hartkloppingen en sterke vermoeidheid. Hierdoor maakt ze meer fouten in haar werk wat de spanning erger maakt. Ze komt in een cirkel terecht waar ze niet meer uitkomt.
Van huisarts naar bedrijfsarts
Zo kan het niet langer. Bij de huisarts doet Sascha haar verhaal en omschrijft haar klachten. Voor de huisarts is het duidelijk; Sascha lijdt aan een burn-out. De huisarts raadt een gesprek met de bedrijfsarts aan. De bedrijfsarts is het eens met de diagnose burn-out en adviseert Sascha een maand thuis te blijven om tot rust te komen. Ook stelt hij een behandeling bij OCA voor. Sascha gaat hiermee akkoord, haar werkgever ook.
Intake bij OCA
Bij OCA wordt Sascha voor de intake gezien door een psycholoog en een fysiotherapeut. Zij stellen vast dat Sascha handelt volgens het zaagtandpatroon (doorgaan totdat je niet meer kunt, dan rusten totdat je weer iets kan, dan weer doorgaan totdat je niet meer kan, etc.).
Verder blijkt uit de intake dat Sascha veeleisend naar zichzelf is en perfectionistisch. Ze is geneigd zich te richten op de behoeften van de ander en aan haar eigen behoeften voorbij te gaan. Hierdoor neemt ze op haar werk snel taken van anderen over en besteedt veel tijd aan gesprekken met medewerkers met problemen. Ze ervoer spanning omdat haar eigen werkzaamheden hierdoor in het gedrang kwamen en ze deze niet volgens haar hoge normen kon uitvoeren.
Thuis begon het ook zijn tol te eisen. Sascha voelde zich een slechte moeder omdat ze vaak gestrest thuiskwam. Ze raakte snel geïrriteerd en viel dan uit naar haar dochters. Ze voelde zich daar schuldig over.
De behandelaars geven op basis van de intake het advies voor een 12-weken multidisciplinaire burn-out behandeling. Sascha en haar werkgever gaan hiermee akkoord.
In behandeling – de psychosomatisch werkend fysiotherapeute
Eenmaal in behandeling bij OCA krijgt Sascha fysio-educatie en fysio-coaching van een psychosomatisch werkend fysiotherapeute. Ze krijgt uitleg over hoe chronische lichamelijke klachten ontstaan en waarom ze in stand blijven. Deze uitleg wordt toegespitst op haar eigen situatie: het steeds doorgaan, de hoge eisen aan zichzelf, de chronische spanning. Het zaagtandpatroon wordt uitgebreid besproken. Sascha begrijpt de uitleg goed, maar heeft geen idee hoe ze haar gedrag kan veranderen.
De fysiotherapeute analyseert de lichaamshouding en legt uit welke spieren er onnodig aangespannen worden. Zo kan Sascha dit zelf herkennen en een ontspannende bezigheid uitvoeren. De taken die Sascha gedurende de dag/week uitvoert worden besproken, en wat de problemen zijn waar ze tegenaan loopt. Sascha krijgt tips over hoe activiteiten anders aan te pakken, zoals het inbouwen van pauzes tussen activiteiten, om zo toch haar taken te kunnen uitvoeren, maar zonder dat ze zichzelf overbelast.
De fysiotherapeute houdt geregeld overleg met de bedrijfsarts van Sascha om te bespreken hoe zij langzaam aan op een gezonde manier op de werkvloer terug kan keren. Zodat zij niet in haar oude valkuil van overbelasten terecht komt.
In behandeling – de psycholoog
Met de psycholoog legt Sascha haar gedachtenpatronen en emotionele coping (‘het omgaan met’) onder de loep. Door ACT (Acceptance and Commitment Therapy) wordt Sascha zich steeds meer bewust van haar vaste gedachtenpatronen, en hoe die zorgden dat ze ongezond gedrag vertoont. Zoals niet op haar eigen grenzen letten, te veel bezig zijn met de behoeften van de ander en de hoge eisen aan zichzelf. Sascha heeft veel gedachten als ‘als ik niet help ben ik een slecht mens’, ‘ik mag geen fouten maken’, ‘niet zo aanstellen, niet klagen maar dragen’, ik ben een slechte moeder’. Sascha snapt rationeel dat deze gedachten niet kloppen, maar gevoelsmatig zijn deze wel erg waar voor haar.
Ze komt er zo achter dat ze eigenlijk al een hele tijd boos op zichzelf en boos op de omgeving is, die naar haar idee zoveel eisen aan haar stellen. Ze keurt haar boosheid af, ze wilt dat gevoel niet hebben! Dat is eigenlijk met ál haar gevoelens wel zo, ze wilt ze niet voelen. Ze duwt ze weg totdat ze haar overspoelen en ze een huilbui of woedeaanval heeft. Hierdoor is de druk weer even van de ketel en kan ze ze weer een tijdje wegduwen.
Sascha leert te zien dat haar gedachten geen feiten zijn en dat ze ze niet hoeft te geloven. Verder leert ze nare gevoelens verdragen en te kijken naar wat voor haar belangrijk is, in plaats van alleen naar andermans behoeften te kijken.
Verder in behandeling
Sascha wordt verder behandeld met lichamelijke oefeningen in de trainingszaal. Ze gebruikt fitnessapparaten; deels om haar lichamelijke belastbaarheid weer rustig op te bouwen, deels om beter contact met haar lichaam te leren maken. Hierdoor kan ze haar fysieke klachten in een eerder stadium voelen, zodat deze minder sterk op lopen.
Sascha heeft de neiging om snel en op hoog niveau te willen oefenen. Als de behandelaar aangeeft dat ze het rustig aan moet doen houdt ze dat even vol, maar gaat alweer snel op de automatische piloot naar een snel tempo. Ze vindt dit erg frustrerend, maar het gaat zo automatisch dat ze het niet opmerkt tot ze erop gewezen wordt. Ze herkent dat gedrag uit haar dagelijks leven, ook daar doet ze alles altijd op hoog tempo zonder stil te staan bij hoe ze zich voelt.
Resultaat na enkele weken
Na enkele weken kan Sascha zichzelf afremmen en merkt haar spierspanning en andere lichaamssignalen steeds beter op. Ook thuis kan ze daardoor beter voelen welke taken belastend zijn (de was ophangen, koken) en welke juist ontspanning geven (in de tuin werken, wandelen met een vriendin).
Re-integreren op de werkvloer
Halverwege de behandeling start Sascha in samenspraak met de bedrijfsarts met re-integreren. Ook op haar werk leert ze in te zien welke taken haar zwaar vielen en waarom, en van welke ze energie kreeg.
Het bleek dat het ad-hoc met medewerkers met problemen praten veel spanning gaf. Ze wilt hier echter niet helemaal mee stoppen. Er wordt besloten twee keer per week een uur in haar agenda te plannen om met medewerkers te praten.
Verder kon Sascha vanuit haar perfectionisme moeilijk verschil maken tussen belangrijke en minder belangrijke taken. Daarom wordt per taak op een schaal van 0-10 vastgelegd hoe belangrijk het is dat deze perfect gedaan wordt. Sascha leert stilstaan bij de spanning die ze voelt als ze een taak niet perfect doet en die te verdragen. Ze neemt niet meer zomaar taken van medewerkers over en ze leert meer te delen met de mensen om haar heen.
Tot slot leert ze de lichamelijke signalen van spanning op haar werk te herkennen en plant ze op vaste momenten pauzes om even te ontspannen.
Sascha is aan het einde van het traject weer redelijk in balans. Ze werkte op dat moment 50%. Met behulp van de adviezen van OCA hebben zowel zij als de bedrijfsarts er vertrouwen in dat ze weer naar 100% kan opbouwen.
Tips voor op de werkvloer:
Het verhaal van Sascha is voor vele herkenbaar. Om de druk zo laag mogelijk te houden geeft Sylvie een paar tips die je als werknemer kunt toepassen:
• Als je moeite hebt met nee zeggen op je werk: als iemand je vraagt een extra taak uit te voeren, zeg dan iets als ‘ik kijk zo in mijn agenda of ik daar tijd voor heb. Ik laat je straks weten of ik ruimte heb of niet.’ Zo geef je jezelf ademruimte.
• Als je veeleisend naar jezelf bent: sta stil bij hoe belangrijk het is dan een taak goed wordt uitgevoerd. Bij sommige taken is een acht of negen noodzakelijk, maar bij andere is een zesje goed genoeg. Ja, het kan dan beter, maar moet het ook?
• Als je veel zelfkritiek hebt, sta er bij stil dat je ook maar een mens bent. Je kunt niet altijd alle ballen hoog houden. Je doet je best, meer kan je niet doen.
• Praat met anderen! Praat over je problemen met mensen die je vertrouwt. Ook als je het gevoel hebt dat je hen lastig valt. De meeste mensen vinden het fijn om anderen te helpen, gun je vrienden en collega’s dat ze jou helpen.
• Als je met een probleem zit, stel je dan voor je beste vriend/vriendin met een soortgelijk probleem zit. Wat zou je hem/haar aanraden? Volg dit advies!
1] TNO: Eindrapport burn-out: oorzaken, gevolgen en risicogroepen (2020).
Zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/12/13/oorzaken-gevolgen-en-risicogroepen-van-burn-out
[2] TNO: Factsheet week van de werkstress (2020).
Zie https://www.burnoutpoli.com/wp-content/uploads/2020/12/factsheet-week-van-de-werkstress-2020.pdf
Bovenstaande casus is een verzameling van verschillende ervaringen van Sylvia die zij in de praktijk is tegengekomen. Deze ervaringen zijn teruggebracht naar één fictieve casus vanwege privacy overwegingen. Sascha is een fictieve naam.